Bonte knaagkever onderschat: een groot verborgen probleem
Je kan ze niet zien, maar ze zitten in grote getale in het hout van de Friese kerken: de bonte knaagkever. Vorig jaar kwamen de dieren aan het licht in de torens van Joure en Bolsward. Beide torens moesten uiteindelijk weggetakeld worden, omdat de schade een gevaarlijke situatie veroorzaakte. Volgens insectenbestrijder Jaap Hoekstra was dit niet nodig geweest. “Het gevaar van de bonte knaagkever wordt nog altijd onderschat in Fryslân”, zegt Hoekstra. Hij heeft met zijn bedrijf Hoekstra’s Bedrijfshygiëne al zo’n dertig jaar ervaring met het bestrijden van de bonte knaagkever.
Een van de schadelijkste hout vernielende insecten
Het diertje is slechts acht millimeter, maar wordt gezien als een van de meest schadelijke, hout vernielende insecten. De larven van de bonte knaagkever zijn gek op vochtig eikenhout en voelen zich daarom enorm thuis in gebouwen met houten constructies en bijvoorbeeld lekkages. De insecten zitten met name in blaken en zijn van de buitenkant af niet te zien. Ze zijn dus moeilijk te ontdekken.
De inspecties van Monumentenwacht Fryslân kunnen hier een bijdrage aan leveren, maar de torens zijn slecht bereikbaar. Volgens Hoekstra wordt er bijna nooit onderzoek in de balk zelf gedaan, omdat het om een monumentale panden gaat en mensen die graag intact willen houden. “Het dier voor 100 procent uitroeien zal nooit lukken, maar de situatie goed beheersbaar maken kan wel.”
Bestrijden is cruciaal
Als het inspectierapport dan op tafel lift, is er bij de meeste kerken teveel focus op verbouwen in plaats van bestrijden, vindt Hoekstra. “Als een gebouw gerestaureerd wordt, dan gaat eigenlijk al het geld daar heen en wordt de bestrijding van de knaagkever een ‘ondergeschoven kindje’. Maar bestrijden is wel cruciaal, volgens Hoekstra. “Anders kan een gebouw even na de restauratie gelijk weer gerestaureerd worden.”
Volgens Hoekstra ligt het niet aan de eigenaren, want het geld moet er wel zijn. “Hoe het nu geregeld is, is dat er vaste bedragen afgesproken worden voor zes jaar. Mocht dan onverwacht de bonte knaagkever aangetroffen worden, dan is meestal het geld al uitgegeven aan andere reparaties of onderhoud. Het kan dat zomaar een paar maanden, een jaar of zelfs zes jaar duren, voordat het diertje dan bestrijd kan worden.”
Meer bonte knaagkevers dan dertig jaar geleden?
De bonte knaagkever leeft al meer dan dertig jaar in de Friese kerken. In 1986 werd de bonte knaagkever voor het eerst in Nederland ontdekt. De ‘ui’ van de Sint Janskerk in Deinum was aangetast en moest vervangen worden. Sinds dat moment is het diertje een stekel in de voet van Friese bezitters van oude gebouwen zoals kerken. Het heeft in dertig jaar, voor zover bekend, 150 kerken aangetast. In de eerste jaren was er grote paniek, omdat steeds meer kerken aangetast waren. Ondertussen is de paniek volgens Hoekstra weg, en dat is niet altijd goed. Het is volgens Hoekstra te wijten aan drie dingen: “De bonte knaagkever kan tijdens inspecties lastig gevonden worden, er is te weinig geld voor onderhoud en het geld wat er is gaat niet naar bestrijden, maar naar verbouwen.”
Hoeveel bonte knaagkevers er ondertussen in Fryslân zijn, is volgens insectendeskundige Jeroen Breidenbach niet te zeggen. “Het is een indrukwekkend beestje, dat bedoelt is om op te ruimen, maar er wordt maar amper onderzoek naar gedaan. Vooral in Nederland staat dat soort onderzoek op een laag pitje. Daarom kunnen we het ook niet hebben over exacte aantallen.” Wat Hoekstra uit eigen ervaring weet, is dat het dier wel meer voorkomt. “De gebouwen en ook het hout in de gebouwen worden steeds ouder. Hou ouder het gebouw is, des te meer het gaat schimmelen. Dat is aantrekkelijk voor de bonte knaagkever.”
Balken inspecteren
De bestrijding van een insect dat je op het eerste oog niet ziet, is daarom ook een hele opgave. Hoekstra vertelt over alle methoden die afgelopen jaren gebruikt zijn. Het probleem werd eerder opgelost met pluggen, die in het hout geslagen werden, waardoor bestrijdingsmiddel op een hoog tempo naar binnen gepompt kon worden. “Die pluggen werden elke tien centimeter in de balken geramd, terwijl het natuurlijk om een historisch monument gaat. De monumentenorganisaties was er niet blij mee. Daarnaast kwam het bestrijdingsmiddel niet bij de kern van de balk. Dus werd er meer vernield dan goedgemaakt.”
Daarna werd het diertje met warmte bestrijd. “Maar het kostte veel te veel energie en tijd om een volledig gebouw langere tijd op 50 graden te houden.” Later werd ook nog geprobeerd om insecticide op de buitenkant van de balken te spuiten. “Maar dat werkte niet, omdat de bonte knaagkever alleen in de balk leeft. Dus die komt nooit het bestrijdingsmiddel tegen.”
Maar nu, vijftien jaar later, is een een manier gevonden om het dier te bestrijden. Hoekstra heeft een nieuwe systeem ontwikkeld, waarmee de balken geïnspecteerd kunnen worden. Met een hele kleine slang wordt door vijf millimeter grote gaatjes gif in het hout gespoten. Omdat het bestrijdingsmiddel onder lage druk geïnjecteerd wordt, wordt het meer in het hout opgenomen. Deze bestrijdingswijze wordt inmiddels meer gebruikt in Nederland en in het buitenland.
“Te veel symptoombestrijding”
Toch is niet iedereen blij met de manier van bestrijden. Jeroen Breidenbach is insectendeskundige en vindt dat het wel anders kan. “Er wordt te veel aan symptoombestrijding gedaan en daar doen we meer mee kwaad dan we denken. In plaats van dat de bron van het probleem weggehaald wordt, wordt nu alleen het gevolg weggehaald.” Breidenbach bedoelt dat een kerktoren vochtig is, en daar komt de bonte knaagkever op af. Als de eigenaren hun toren goed onderhouden, dan is het ook niet aantrekkelijk voor het dier om naar de kerk te komen.
Wakker geschud
Na de voorvallen in Bolsward en in Joure is er volgens Hoekstra in elk geval één positieve ontwikkeling: het heeft mensen wakkergeschud. Hoekstra heeft het een stuk drukker gekregen met aanvragen voor bestrijding.
En als er dan ingegrepen wordt om de bonte knaagkever te bestrijden, dan gebeurt dat volgens hem in Fryslân goed. “We mogen best trots zijn op Fryslân. We hebben goede aannemers, die weten wat ze doen en het restaureren op een heel vakkundige manier doen. Als de balken aangevreten zijn, worden ze vaak weggehaald en dan kunnen we de andere plekken goed injecteren. Dat is dan geen punt.”
Bron: https://www.omropfryslan.nl/nieuws/944886-bonte-knaagkever-onderschat-nog-altijd-een-groot-verborgen-probleem